'Ballenalarm' moet Nederlandse mannen aansporen tot zelfonderzoek teelbalkanker

Het maandelijkse luchtalarm in Nederland moet voor mannen het signaal worden om hun ballen te controleren op tekenen van teelbalkanker. De actie met de opvallende naam 'Het Ballenalarm' probeert mannen met een onlinespotje aan te sporen tot zelfonderzoek.

In een campagnevideo zijn een aantal mannen te zien die bij het afgaan van het luchtalarm spontaan de handen in de broek steken voor een controle. #laatallesvallenenpakjeballen is de begeleidende hashtag.

In het spotje wordt uitgelegd hoe mannen het zelfonderzoek kunnen uitvoeren. "Voel je iets geks? Laat je dan onderzoeken door een arts."

Het initiatief wordt gesteund door het St. Antonius Ziekenhuis in de regio Utrecht, in het centrum van Nederland. Ook de Stichting Zaadbalkanker werkt mee aan de actie. Verschillende ziekenhuizen delen ook informatie op hun websites.

In Nederland wordt het luchtalarm telkens op de eerste maandag van de maand om 12.00 uur getest.

Teelbalkanker komt niet zo vaak voor. Veel minder dan bijvoorbeeld borstkanker, dat jaarlijks bij circa 15.000 mensen wordt vastgesteld. Ongeveer 1.000 mannen krijgen jaarlijks teelbalkanker in Nederland. Vroeg ontdekt, bedraagt de overlevingskans 99%. Maar als de ziekte pas in het derde stadium wordt opgespoord, is dat aantal geslonken naar 85%.

Een campagnefilmpje toont mannen die ze tijdens het geluidsalarm hun handen in hun broek steken. "Het is natuurlijk een beetje gek, maar we hopen op deze manier het taboe te doorbreken", luidt het bij de initiatiefnemers. "Door de absurditeit ervan hopen we toch dat het aankomt bij zoveel mogelijk mensen."

> Het filmpje is hier te zien.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.